Ben je weeral weg? Zijn je verlofdagen (of je spaarcenten) nu nog niet op? Voor hoe lang ben je deze keer in België? Het zijn maar enkele van de vragen die het meest aan me gesteld worden op café, de markt of social media.
Ik besef natuurlijk wel dat ik met mijn kleurrijke Instagram foto’s vanop exotische bestemmingen en jaloersmakende posts op Facebook mensen de indruk geef dat ik altijd op vakantie ben. Met 22 vluchten en 65 hotelovernachtingen in 2016 kan ik dat ook moeilijk tegenspreken natuurlijk.
De meeste reizen die ik de afgelopen jaren maakte zijn blogreizen. Dat zijn trips die ik maak in samenwerking met een toeristische bestemming (dat kan een land, stad of bezienswaardigheid zijn), een accomodatie (een hotel of resort), een luchtvaartmaatschappij (of zelfs een autocarbedrijf) of gewoon een reisorganisatie.
Die willen met zo’n bloggerstrip natuurlijk allemaal in de eerste plaats hun producten, diensten of bestemmingen in de kijker zetten. Een nieuw hotel dat zijn deuren open zwiert of de lancering van een nieuwe verbinding tussen Brussel en één of andere Italiaanse stad? Bloggers kunnen dat dankzij hun bereik eenvoudig delen met de wereld.
Online exposure is voor veel bedrijven en organisaties heel erg belangrijk, en dat geldt zeker voor de toeristische sector. Waar ga je immers eerst op zoek naar vliegtickets, openingsuren van een museum of informatie over je komende citytrip? Juist ja. Google is onze vriend.
De afgelopen maanden ging ik zo onder andere voor een bekend reisbureau naar Chalkidki in Griekenland, mocht ik de andere kant van Benidorm ontdekken, testte ik een verrassingsreis naar Warschaw uit en ging ik een week naar het zuiden van Thailand. Even veel keer moest ik tegen een schitterende bestemming ‘neen’ zeggen. Ik heb namelijk nog steeds een voltijdse baan naast het bloggen.
Waarom komt men in godsnaam bij mij – een dertiger met overgewicht uit de Kempen – aankloppen? Waarom sturen ze uitgerekend mij naar de andere kant van de wereld om hun zaakjes te promoten? Er zijn er ongetwijfeld anderen die met ontbloot bovenlijf ergens langs een Spaanse Costa meer kliks zouden opleveren dan ik.
Uiteraard is dat een vraag die ik mezelf ook meer dan eens stel. Misschien is de grootste reden wel onze gigantische achterstand op bijvoorbeeld Nederland als het aankomt op het aantal (kwalitatieve) reisblogs. Ook al rijzen de nieuwe bloggers momenteel nog steeds als paddenstoelen uit de Vlaamse grond, even vaak houden zij er na nog geen jaar al opnieuw mee op. Als er maar enkele tientallen bloggers serieus met hun ding bezig zijn worden PR-bureau’s verplicht om uit dezelfde vijver te vissen. Ik maakte onlangs trouwens een leuk lijstje met (bijna) alle Vlaamse reisbloggers.
Misschien is het wel het aantal bezoekers – enkele tienduizenden – die iedere maand opnieuw de weg vinden naar de Vetexbart blog. Diezelfde PR-bureau’s verkondigen vaak tot in den treure toe dat bereik niet zo belangrijk is, maar informeren bij iedere opdracht toch maar weer netjes naar je huidige bezoekersaantallen. Oké, uitzonderingen zijn er zeker.
Of heel misschien merken de marketingboys en -girls gewoon op dat ik wat ik al enkele jaren doe ook gewoon goed probeer te doen. Een blog start je op één, twee, drie. Maar er drie jaar lang bijna iedere dag voor achter je PC kruipen is niet iets vanzelfsprekend voor velen. Die leuke uitnodigingen voor reisjes komen heus niet meteen op je deurmat dwarrelen. Ondertussen kruipt er bij mij al snel zo’n 20 uur (kantoor)werk per week in m’n blog. Content schrijven, foto’s bewerken, mailtjes en reactie’s beantwoorden en actief zijn op social media zijn maar een greep van het leven van een blogger.
Hoera, alles is gratis!
Yep, inderdaad. Bedrijven die mij graag meenemen als blogger regelen zowel de vlucht als de overnachtingen en (meestal) ook de diners en tours.
Wil ik drie Afrikaanse maskers, een sombrero hoed en een gevlochten strandmat mee naar huis nemen als souverier, dan komt dat uiteraard uit mijn eigen zak. Net als wanneer ik me als iedereen van de groep al slaapt ga bezatten aan de toog van het hotel. Die whiskeys moet ik ook zelf betalen.
Dolle pret?
Ja natuurlijk! Je hoort mij als globetrotter niet vertellen dat reisjes maken niet leuk is. Maar het is geen vakantie, in tegenstelling tot de titel van deze post. Helemaal niet zelfs. Je vertrekt met een groep mensen die je nooit eerder zag (neen, je liefje of mama mag je niet meenemen) en blogtrips zijn kort en vermoeiend. Of zou jij ooit voor 7 dagen naar Thailand gaan ondanks de vlucht van 11 uur? Uiteraard willen organisaties dan ook zoveel mogelijk van een bepaalde bestemming laten zien op die korte tijd. Altijd is er een strak schema dat moet gevolgd worden, vaak van 8u ‘s morgens tot laat in de avond.
Vooraf worden er natuurlijk ook afspraken gemaakt over wat de klant nu net van je verlangt in ruil voor een zitje op het vliegtuig. Naargelang de duur van de reis en de bestemming worden er meestal een aantal posts verwacht op je eigen blog, met mooie foto’s en een linkje naar de website van het bedrijf of de organisatie. Verder is er vaak de afspraak om dagelijks één of meerdere posts te plaatsen op verschillende social media. Ook schrijven we soms stukjes die de klant kan gebruiken op zijn website of magazine. Voor dat laatste wordt af en toe ook nog een aparte fee gegeven aan de blogger.
Alles is positief!
Is het niet moeilijk om een eerlijke mening te geven als de reis voor je betaald wordt? Ja, dat is niet altijd even gemakkelijk. Dat moet ik toegeven. Ik leg mezelf eigenlijk maar één gouden regel op: ik vertrek nooit op blogreis als ik mijn eigen gedacht niet kan of mag schrijven. Met voorwaarden als “de klant wil eerst de post lezen voor hij mag gepubliceerd worden” ga ik nooit akkoord.
Ik vind het fijn om mijn bezoekers een leuke tijd te laten beleven in een bepaalde stad of plaats. Daarom heeft het volgens mij ook weinig zin om te schrijven over de eventuele negatieve dingen die ik zag of deed. Daar heb je als toerist immers niets aan. Ik ga liever op zoek naar dat leuke strand, die toffe koffiebar of coole wijk.