Een tijd geleden kreeg ik een e-mail met de vraag of ik het zag zitten om een andere stukje van Brussel wat beter te leren kennen. Dit keer niet het toeristische Brussel met de prachtige Grote Markt, het door fotograferende Chinezen omzwermde Manneke Pis of het Paleis van Filip en Mathilde. Neen, deze keer zou ik richting Kanaalzone trekken om me er een weekend te laten kennismaken met het geteisterde Molenbeek. Het Molenbeek dat redelijk onbekend was bij het grote publiek, maar dat men sinds enkele jaren (jammer genoeg) nu ook in pakweg Moskou of Texas op de kaart weet liggen.
Op zo’n twintig minuten lopen van de Brusselse Grote Markt sta je in Molenbeek, één van de 19 gemeentes in het Brussels hoofdstedelijk gewest. Een extreem dichtbevolkte en multiculturele wijk die de laatste weken niet uit de kranten en journaals is weg te denken. Waar de kennis over Molenbeek bij het grote publiek vroeger niet veel verder reikte dan ‘probleembuurt, kleine criminaliteit, armoede en werkloosheid’ worden nu woorden als terrorisme, radicalisering en jihadi-hoofdstad samen met Sint-Jans-Molenbeek in één adem genoemd.

Ik zie in het straatbeeld een gezellige drukte, andere noemen het misschien chaos. Wat me vooral opvalt is de ondernemingszin van de inwoners, die hoofdzakelijk bestaan uit migranten. Iedereen in Molenbeek lijkt wel één of ander handeltje opgezet te hebben. Al dan niet officieel.
Sint-Jans-Molenbeek kan je eigenlijk opsplitsen in twee delen. Enerzijds heb je het lager gelegen deel met de volkse wijken en anderzijds het hoger gelegen gedeelte dat een meer stedelijk karakter kent met residentiële wijken zoals Karreveld.
Tijdens mijn tripje door de stad krijg ik het gezelschap van de fantastische Brusselaar Jan, een Brussels Greeter uit Molenbeek. De vereniging Tourisme autrement zorgt daarmee voor een nieuwe vorm van participerend toerisme. Het Greeters-concept kent zijn oorsprong in New York, maar bestaat ondertussen al in honderden steden overal ter wereld. Neem zeker een kijkje op de website!

De moeite waard
- Kasteel Karreveld en het bijbehorende park is één van de pareltjes van Molenbeek. Een legende zegt dat Karel V er een nachtje doorbracht en dat het kasteel daarom Karelveld werd genoemd.
- De site van La Fonderie werd door de Franse Gemeenschap gekocht en omgevormd tot een museum voor Arbeid en Industrie.
- Wandel langs het kanaal en bekijk de kleurrijke windmolens aan de Koolmijnenkaai.
- Bezoek zeker de unieke art deco-kerk Sint-Jan Baptist. Joseph Diongre, de architect van dit gebouw is trouwens ook de ontwerper van het Flageygebouw. Uit financiële overwegingen is het de eerste Brusselse kerk die werd opgetrokken uit gewapend beton.
Via een tip op Twitter kwam ik in Hoog Molenbeek terecht in een gezellige en authentieke bruine kroeg. In café Le Saint Charles halen Molenbekenaars al nippend aan hun 33-er oude verhalen uit de gracht.
Le Phare du Kanaal is een hip en trendy co-working café aan de waterkant. Ik ging er samen met greeter Jan even uitrusten na onze lange wandeling doorheen Molenbeek. Je kan er proeven van enkele lekkere lokale biertjes.
Kijk voor andere leuke initiatieven even hier op de website Found In Molenbeek.




Ik ga hier zeker niet vertellen dat je volgende uitstap een driedaagse citytrip naar Molenbeek moet worden. Maar als je Brussel nog eens een keertje bezoekt kan je misschien wel enkele uren het kanaal oversteken. Op zoek naar positieve verhalen én de goedkoopste kebaps van de hoofdstad 🙂
Tijdens mijn verblijf in Brussel mocht ik twee dagen overnachten in het ibis Brussels Expo Atomium hotel.
Op de website van VisitBrussels vind je alle informatie om je bezoek aan Brussel goed te plannen.