Tussen het glinsterende water van het Meer van Genève (of Lac Léman zoals de Fransen het noemen) en de Alpen van Haute-Savoie ontdekten we vier dagen lang de culinaire en culturele ziel van deze regio. Van de middeleeuwse straatjes en bloemrijke gevels tot de dampende kaasgerechten en wijn met uitzicht op het meer. Dit is Frankrijk op z’n best.
Haute-Savoie ontdekken: Yvoire, Abondance, Evian & Thonon

Waar ligt het Meer van Genève?
Onze trip speelde zich dit keer af rondom het gigantische Meer van Genève dat ligt ingesloten tussen de Alpen en het Jura-gebergte. De verschillende plekken die we bezochten liggen allemaal in Frankrijk, aan de zuidelijke oever. Want zoals jullie misschien wel weten ligt een stuk van het meer in Frankrijk (zo’n 40%), terwijl de rest behoort tot Zwitserland. Dat maakt het het grootste meer van dat land. De belangrijkste steden in Zwitserland langs het meer zijn onder andere Genève (uiteraard) en Lausanne. Voor het Franse deel zijn dat Evian en Thonon.
Route & planning: trip langs het water in de Haute-Savoie
- Dag 1 & 2: Yvoire & Nernier
- Dag 2 & 3: Vallée d’Abondance & Evian-les-Bains
- Dag 3 & 4: Evian-les-Bains & Thonon-les-Bains
Herbeleef onze trip op Instagram Stories.

Yvoire: charmant bloemendorp aan het Meer van Genève
We beginnen onze vierdaagse mini-roadtrip in Yvoire. Dat is een prachtig dorp dat al meer dan 700 jaar oud is en terecht een plekje heeft tussen Les Plus Beaux Villages de France, een lijstje waarin de mooiste dorpen van Frankrijk zijn samengebracht.
Wanneer we de kasseistraatjes in wandelen, begrijpen we meteen waarom. Overal staan bloembakken op de vensterbanken, klimplanten kruipen langs oude muren omhoog en achter ieder hoekje wacht er wel ergens een postkaartzicht op het Lac Léman.
Bart












Met onze enthousiaste lokale gids – voor de gelegenheid gehuld in een bloemetjesmotief – trekken we door de nauwe straatjes van het middeleeuwse dorp. Dat is dankzij zijn bloemrijke charme al verschillende keren in de prijzen gevallen. Zo prijkt Yvoire al sinds de jaren 1970 onafgebroken met de hoogste onderscheiding (4 Fleurs) op de lijst van Villes et Villages Fleuris. Dat zijn zeg maar de Michelinsterren voor de Franse dorpen die vollebak inzetten op groen, esthetiek en duurzaamheid. De prijs wordt iedere 3 jaar opnieuw bevestigd door een nationale jury van experten.
Loop zeker even voorbij de kerk van Sint-Pancrace waarvan de oorsprong teruggaat tot de 12de eeuw. Opvallend is de bolvormige klokkentoren die bekleed is met roestvrij staal en doet denken aan de schubben van een vis.
Tussen de stenen huizen door piept ook de absolute blikvanger van het dorp: het Kasteel van Yvoire. Het kasteel – dat dateert uit 1306 – is nu een privéwoning waardoor je het zelf niet kan bezoeken. Maar wees maar zeker dat het wel het perfecte decor vormt voor een foto of twee, drie.



In de namiddag bezoeken we ook nog Jardin des Cinq Sens of de Tuin van de Vijf Zintuigen. Dat is een unieke tuin in labyrint vorm die aangelegd is in de voormalige moestuinen van het kasteel, vol geurige kruiden, bloemen en planten. Er zijn meer dan 1500 planten te bewonderen. Zeg maar een (nog) rustigere oase in het midden van het kleine dorpscentrum. De tuin is sinds 1988 open voor het publiek en je kan een bezoek brengen van half april tot begin oktober.
Hotel in Yvoire
🛎️ We logeren in Hotel Le Pré de la Cure. Het hotel ligt op enkele tientallen meters van de dorpskern en zo’n 250 meter van het meer. De kamers zijn niet modern, maar hebben wel alle comfort voor een dag of twee. Vanaf sommige balkons kan je zelfs het meer zien op een afstand. Er is ook een restaurant om te lunchen of dineren.
Lunchen aan het meer in Nernier
Op wandelafstand (ongeveer 2,5 kilometer) van Yvoire ligt nog zo’n vissersdorpje waar de tijd lijkt stil te staan. Het is met maar een 400-tal inwoners zelfs nog een stuk slaperiger dan zijn buur. Denk opnieuw aan geplaveide straten, oude huizen met kleurrijke luikjes en een overdaad aan prachtige bloemen en stokrozen. Ook Nernier ligt vlak naast het Meer van Genève en via de kleine kade heb je uitzicht op het water, de bootjes die er dobberen in de zon en zelfs de bergen aan de Zwitserse zijde. De haven werd aangelegd aan het einde van de 19de eeuw onder het bewind van Napoleon III. Nernier heeft een woelige geschiedenis achter de rug. Van Romeins dorp waar tarwe en wijn werden verbouwd tot een belegerde en vervolgens bezette stad in de middeleeuwen.
🐟 🍽️ Tussen onze wandeling door stoppen we voor lunch mét een prachtig panorama voor ons. Vanop het terras van Restaurant du Lac genieten we van de lokale visspecialiteit: filet de perche, het goud van dit meer.
Filet de perche is een soort van baarsfilet en echt een typisch visgerecht in restaurants rond Lac Léman. Het zijn tamelijk kleine visjes die vers gevangen worden door het handjevol vissers die er nog zijn overgebleven rond de dorpjes. Al dan niet gepaneerd, wat boter, verse kruiden en een beetje citroen, meer heeft de bereiding niet nodig. Andere vissoorten die hier vaak op het menu voorkomen, zijn forel en de lokale férá.
Bart






Kaas proeven in de vallei van Abondance
De volgende ochtend is het tijd om de auto in te stappen en de bergen in te trekken. We ruilen het water voor alpenweiden en rijden ongeveer een uurtje tot de Vallée d’Abondance. Dat is een streek die synoniem staat voor kaas. Hier wordt al eeuwenlang de beroemde Abondance-kaas gemaakt. Benieuwd als we zijn naar die halfharde bergkaas bezoeken we de boerderij Gaec du Mont-Chauffé in de Arve-vallei. Bij de familie Girard wordt de melk van de koeien al vier generaties ambachtelijk verwerkt tot grote ronde kazen die maandenlang rijpen in hun koele kelders, inclusief pekelen en keren op de schappen. Echt vakwerk!
Voor de kaas worden enkele specifieke koeienrassen gebruikt: Abondance, Tarine en Montbéliarde. Wil men het keurmerk behalen, dan moet trouwens minimaal 60% van de koeien op de boerderij van het Abondance-ras zijn. De kudde van de familie Girard bestaat uit 50 melkkoeien die in de zomerweides van La Raille en Autigny lopen grazen. In de winter staan ze in de stal van de vallei.
Bart





Bij de boer proeven we natuurlijk al even van de lekkere, nootachtige kaas samen met een glaasje wijn.
🧀 🍽️ Daarna rijden we even door (geen nood, we hebben een BOB-chauffeur) en schuiven we aan bij de passionele chef Jérémy Trincaz in restaurant Les Cornettes in La Chapelle-d’Abondance. Hier krijgen we een korte workshop en leren we alle geheimen van een geurende Croûte au fromage à la Berthoud of kortweg Berthoud. Dit authentieke ovengerecht met gesmolten Abondance-kaas, witte wijn, madeira en wat knoflook wordt traditioneel geserveerd met aardappelen en charcuterie.




Évian-les-Bains: fris bronwater en art-nouveau
Onze passage door de bergen heeft niet lang geduurd, want na de kaas trekken we opnieuw richting … het meer, juist ja. In Évian-les-Bains wacht ons een dag vol water, architectuur en kunst. We stappen aan boord van een elektro-zonneboot voor wat een rustige vaart van zo’n 45 minuten over het Lac Léman zal worden. We hebben geluk want de lucht is helder en de bergen spiegelen mooi in het water. We zien de Zwitserse kustlijn langzaam dichterbij komen vanaf het dek.
Eenmaal terug aan wal verkennen we Évian met de gids die ons eerder al door Yvoire loodste. Dit keer zonder bloemetjes-outfit, maar met evenveel enthousiasme. Nadat we kort het schitterende Palais Lumière bezochten waar een kunstexpo plaatsvond trekken we naar Buvette Cachat. Dat is een prachtig art-nouveaugebouw (dat nu grondig gerenoveerd wordt) en dat ooit dienst deed als een soort drinkhal. De kleurrijke glasramen, de gigantische koepel, het ijzerwerk en de mozaïeken getuigen van de grandeur van de belle époque.









De stad dankt haar bekendheid natuurlijk aan het bronwater van Évian, dat hier nog altijd rechtstreeks uit de berg ontspringt en bij ons gewoon als fleswater in de winkelrekken ligt. Aan de Cachat-bron vullen bezoekers al sinds de 19de eeuw hun flesjes of glazen met het beroemde water. Vroeger dacht men dat het water uit de bron een helende werking had.
Bart
🍽️ Na wat vrije tijd op de boulevard aan het meer eindigen we met een diner bij La Terrasse du Baron. Dit restaurant hoort bij het Casino d’Évian. De Franse keuken staat centraal in deze moderne brasserie en het verfijnde menu hier bevalt ons enorm.
🛎️ Na ons diner rijden we door naar Thonon-les-Bains waar we twee dagen zullen spenderen en overnachten. We logeren er in een hotelschool: het Hôtel Savoie Léman. Dit driesterrenhotel wordt gerund door studenten en is onderdeel van het Lycée Hôtelier Savoie Léman. Deze gerenommeerde hotelschool geeft al sinds 1912 opleidingen in de hotel- en horecasector. Echt een unieke (slaap)ervaring!
Thonon-les-Bains & het Toques en Chablais festival
Onze laatste bestemming brengt ons dus naar Thonon-les-Bains. Het is een stad die ooit leefde van de visvangst en net daarover leren we wat meer in het Éco-Musée de la Pêche et du Lac. We komen te weten hoe vissers vroeger (en nu) op het meer werkten met houten boten en netten van vlas. De verhalen, filmpjes en oude foto’s geven een inkijk in het dagelijkse leven aan de oever van het Lac Léman. En dat nog lang voor het toerisme er zijn intrede deed.
🍽️ Na een bijzonder smakelijke lunch bij La Tour (shout-out naar de keuken én bediening) trekken we richting Château de Ripaille, op wandelafstand. Dit kasteel was ooit de residentie van de hertogen van Savoie. Het ligt verscholen tussen wijngaarden en na de rondleiding – voor toekomstige bezoekers zou een iets kortere versie wellicht wat toegankelijker zijn – proeven we zelfs een glaasje wit, rood en rosé.












Om de wijn en de kaas van de voorbije dagen wat te counteren trekken we in de vooravond nog even de sportschoenen aan voor een deugddoend loopje naast het water en een ritje met de funicular.
’s Avonds valt er opnieuw wat te vieren. We dompelen ons onder in de sfeer (en de apero’s) van het culinaire festival Toques en Chablais dat jaarlijks plaatsvindt in Thonon. Het zijn lokale chefs, producenten en foodies die hier samenkomen om de gastronomie van de Haute-Savoie te vieren.
Tijdens het unieke galadiner in La Visitation serveren topchefs elk een eigen gerecht, waarvan de opbrengst naar goede doelen gaat. De bediening aan tafel wordt verzorgd door, hoe kan het ook anders: de leerlingen van de plaatselijke hotelschool.
Bart





De volgende dag wacht er ons nog één hoogtepunt: Lunch in the Sky. Aan een gigantische tafel die zo’n 50 meter boven de grond zweeft en met zicht over het meer en de Alpen, genieten we van een menu dat letterlijk en figuurlijk een hoogtepunt vormt van deze trip.
Terwijl de wind zacht waait en de chefs voor onze neus koken, beseffen we hoe uitzonderlijk deze plek is. De Haute-Savoie op een dienblad, met een uitzicht dat absoluut geen filter nodig heeft. In deze regio proef je letterlijk van het goede leven!
Bart
Op welke manieren kan je naar de Haute-Savoie reizen?
Vanuit Brussel (of Amsterdam) zijn er dagelijks verschillende rechtstreekse vluchten naar Genève in Zwitserland. Die luchthaven ligt het dichtst bij de dorpjes. Vanuit Genève nemen we een shuttle/taxi naar Yvoire (40 kilometer). Ook de combinatie trein/ferry is mogelijk (gemiddeld 1,5 uur)
Wie de volledige route tot in Genève wil afleggen met de trein zal – via Parijs – ongeveer 6 tot 8 uur onderweg zijn, naargelang de stops en opstapplaats in België of Nederland. Ook reizen met Flixbus is een optie, maar niet rechtstreeks.
Wie met de auto vanuit Brussel of Amsterdam naar bijvoorbeeld Evian wil rijden, moet rekenen op een rit van zo’n 820 à 940 kilometer. Denk er ook aan dat je op sommige wegen waarschijnlijk tol zal moeten betalen.
Zin gekregen in een culinair uitje? Zet dan deze trip langs het water in de Haute-Savoie op je bucketlist!
Deze reis vond plaats op uitnodiging van Haute-Savoie Mont-Blanc Tourisme. Veel meer info over de regio vind je via deze website.
