Normaal trekt Bart te voet door de bergen of gaat hij op roadtrip door Oost-Europa. Deze keer liet hij zijn rugzak thuis voor een week zon, zee en zwembad in Egypte. Lees hier zijn verhaal.
Ping-ping! Op een blauwe maandag in april kwam er een mailtje of ik geïnteresseerd was in een reportage voor Vetexbart vanop een all-in resort in Egypte.
Normaal gezien zou zo’n trip niet meteen in me opkomen. Voor een man die doorgaans liever met wandelschoenen door de Slowaakse bergen trekt, in een Waals bos gaat bivakkeren of onbekende steden in Polen gaat opzoeken, is plots een week relaxen aan een of andere infinitypool misschien wat too much. Maar toegegeven, mede door al die hikingkilometers en hoogtemeters van de voorbije maanden ging ik toch overboord.
De reacties van vrienden logen er dan ook niet om toen ik hen vertelde dat ik richting Hurghada vertrok voor een ultra all-inclusivetrip. En zelfs Coney, mijn muisgrijze Noorse boskat, keek me vol ongeloof aan toen ik mijn koffertje vol zwemshorts met ananasprinten en fleurige Hawaïhemdjes stak.
Vooroordelen zijn er immers om getest te worden, en dus vloog ik samen met een kleine groep Vlaamse en Nederlandse bloggers en journalisten richting de Rode Zee met Corendon. Bestemming: het Xanadu Makadi Bay-vijfsterrenresort. Het klonk alvast als een droom en in de brochure zag het eruit als een sprookje uit Duizend-en-een-nacht.
Het befaamde ligstoelenleger
Ik geef het toe: ik had me voorbereid op het ergste. Je ziet op HLN en TikTok immers genoeg filmpjes van hordes Britten die voor zes uur ’s ochtends, gewapend met handdoeken, de beste plekken aan het zwembad claimen. Of Russen die buffetten vol lauwe pasta trotseren om de prijs voor het volste bord te winnen. Of — zo mogelijk nog erger — animatieteams die Volare of YMCA zingen in zesentwintig talen.
Maar niks daarvan.
Het resort bleek echt wel groot, maar toch verrassend rustig. Er waren helemaal geen bloederige gevechten aan het zwembad. Integendeel: er was ruimte zat en eten in overvloed. Geen sterrenkeuken à la Peter Goossens — dat niet —, maar het buffet scoorde wel punten voor variatie en versheid. Alleen het luidruchtige reftergevoel en de flikkerende tl-lampen bleken moeilijk te verbergen.
“Je ziet niets van het land”
Nog zo’n klassieker is dat je in een all-in resort de lokale cultuur niet leert kennen. Tja, dat hangt er natuurlijk helemaal van af wat je ermee doet. Wie de hele week op zijn ligstoel ploft en enkel beweegt voor het buffet, ja, die zal inderdaad weinig ontdekken. Maar wie wel zin heeft om het hotel af en toe te verlaten, kan verrassend veel meemaken.
Ons programma zat dan ook stevig vol:
We bezochten Luxor met de machtige Karnak-tempel, de Vallei der Koningen en de tempel van Hatshepsut. Allemaal indrukwekkende plekken waar de geschiedenis letterlijk van de muren druipt. We trokken ook met quads de woestijn in en zagen de zon zakken tussen de zandduinen. We gingen snorkelen in de Rode Zee, waar het onderwaterleven geen Instagramfilter nodig had. En tijdens een korte citytrip verkenden we Hurghada-stad.






Wie dus zegt dat je in een all-in niets meemaakt, heeft duidelijk nog nooit in 45 graden op een quad in de woestijn gereden.
The art of nietsdoen
Maar eigenlijk lag voor mij toch de grootste charme van zo’n vakantie net in het tegenovergestelde: niets moeten doen. Geen stress over waar of wat te eten, geen eindeloze discussies over prijzen en fooien, geen gedoe met maffieuze taxichauffeurs. Gewoon go with the flow.
’s Morgens ontbijten op het terras, ’s middags een duikje in het zwembad, ’s avonds cocktails die namen hebben als Blue Lagoon of Sexy Pharaoh. Toegegeven, ze waren kleurrijk, maar de alcohol leek meestal zelf op vakantie te zijn.
Ja, je eet (veel) te veel. Ja, je drinkt (heel veel) meer dan je thuis zou doen. Maar soms mag dat. Soms moet dat zelfs. Ondanks mijn reiskilometers en avontuurlijke tochten ben ik toch niet immuun voor het simpele genot van nietsdoen, merkte ik al snel. Gewoon zon, zee en het gevoel van zorgeloosheid.
De verrassende pluspunten
Een all-invakantie heeft zo z’n voordelen. Zo weet je perfect waar je aan toe bent: eten, drinken, vieruurtjes, ligbedden of wifi, alles is inbegrepen. Geen verborgen kosten, geen verrassingen bij het uitchecken. Ook voor gezinnen met kinderen is het ideaal: er is animatie, ijs à volonté en nul stress. En voor iemand zoals ik, die gemiddeld 25 actieve trips per jaar maakt en normaal gezien met slijk aan zijn schoenen thuiskomt, voelde het even als een vakantie van het reizen zelf.
Een weekje in duizend-en-een-nachtstijl
Het Xanadu Makadi Bay-resort zelf verdient trouwens een aparte vermelding. Een gigantisch domein met zwembaden, fonteinen en marmeren hallen, waar ik me soms zelf een farao voelde (op slippers). De service was er top, het eten gevarieerd en de kamers groter dan het gemiddelde appartement in Antwerpen.





’s Avonds, na de vierde Aperol Spritz, begreep ik ineens waarom miljoenen mensen dit soort vakantie kiezen. Niet per se omdat ze lui zijn, maar omdat het ook gewoon even gemakkelijk mag zijn. Zal ik voortaan elk jaar met een polsbandje rondlopen? Waarschijnlijk niet. Daarvoor hou ik te veel van absolute vrijheid en van het onverwachte.
Herbeleef onze trip via de Instagram Stories.
Ik werd voor deze trip uitgenodigd door Corendon.
